Concept Begroting 2021
portal

Paragrafen

Paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

7.

Invoering Omgevingswet

Risico

De provincie heeft onvoldoende (financiële) middelen en tijd om de invoering van de Omgevingswet inclusief het digitaal stelsel omgevingswet per 1-1-2022 voor te bereiden.

Oorzaken

  • De provincie is afhankelijk van voorbereiding door het Rijk (zoals landelijke digitale publicatievereisten kenbaar maken en samenwerking tussen KOOP en Kadaster).
  • Er is geen overgangsrecht voor de provinciale omgevingsvisie en omgevingsverordening in invoeringswet/-besluit Omgevingswet van kracht (gemeenten en waterschappen hebben wel overgangsrecht, voor gemeentelijk omgevingsplan is de einddatum 2029).
  • De invoeringsdatum van de wet is wederom uitgesteld.
  • De scope van de implementatie/voorbereiding is per 1-1-2020 uitgebreid met beheer van de landelijke digitale voorziening (DSO-LV) en de interprovinciale investering in de informatieproducten natuur en externe veiligheid maar budget is niet opgehoogd.

Gevolg(en)

  • Extra benodigde middelen
  • Provincies kunnen niet voldoen aan de digitale publicatieverplichtingen van de Omgevingswet, waardoor gemeenten, waterschappen, initiatiefnemers geen rekening kunnen houden met provinciaal beleid en provinciale regels. Provinciale en Europese belangen kunnen geschaad worden (bijvoorbeeld Erfgoed, Werelderfgoed en Europese milieu en natuurregels).
  • Imagoschade.

Achtergrond-informatie

Op 22-3-2016 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel Omgevingswet. Beoogde invoeringsdatum van de wet is momenteel 1-1-2022. De omvangrijke stelselwijziging omgevingsrecht is nog niet afgerond. In het bestuursakkoord tussen Rijk, IPO, UvW en VNG d.d. 1 juli 2015 is afgesproken vooruitlopend op de invoering van de wet te werken aan de implementatieopgave inclusief de digitaliseringsopgave, een impactanalyse uit te voeren en financiële onderzoeken te doen.
De Omgevingswet vervangt 26 wetten geheel of gedeeltelijk (bijvoorbeeld Wabo, Wro, Tracéwet) en is te typeren als kaderwet. Vier aanvullingswetten worden ingevoegd in de wet, nadere regelgeving is vastgelegd in vier Algemene Maatregelen van Bestuur. De invoering loopt via de Invoeringswet, het Invoeringsbesluit en de Omgevingsregeling. De wet gaat uit van het ‘decentraal tenzij’ principe, bevat verbeterdoelen en is gericht op baten voor de maatschappij (initiatiefnemers; burgers, bedrijven).
In bovenstaand bestuursakkoord is afgesproken dat decentrale overheden de transitiekosten zelf zullen dragen. Het Rijk financiert de invoeringskosten en de bouw van de landelijke voorziening digitaal stelsel Omgevingswet (DSO-LV). Om de implementatie te kunnen realiseren is een inschatting gemaakt van de transitiekosten en is een risicoanalyse voor de provincie Zuid-Holland uitgevoerd. De kosten zijn ingeschat op € 6 mln incidenteel in de implementatieperiode 2016-2019. Het betreft hierbij onder andere extra middelen om de transitie te begeleiden zowel intern als in relatie tot de externe partijen en de digitalisering van het omgevingsbeleid.
De landelijke digitale voorziening wordt voorbereid en zal in het eerste kwartaal 2020 (aangepaste deadline) als eerste versie beschikbaar komen. Vanaf 2020 worden beheerkosten van deze interbestuurlijke landelijke voorziening mede gefinancierd conform het ondertekende beheerakkoord (18-12-2018). De impact van de Omgevingswet inclusief financiële effecten zullen in de transitieperiode die loopt tot 2029 duidelijker worden, mede afhankelijk van bestuurlijke keuzes van gemeenten, provincie, Rijk en regionale partners.

Maatregelen

  • Landelijk: bestuursakkoord tussen Rijk, IPO, VNG en UvW van 1 juli 2015 is leidend voor ambitie digitaal stelsel, deze ambities en voordelen voor burgers en bedrijven in beeld houden in bestuurlijk overleggen.
  • Provincie: Op basis van het geactualiseerde Invoeringsplan Omgevingswet monitoren van voorbereidende acties per kwartaal vanaf Q2 2020.
  • Onderzoek naar de financiële gevolgen van de Omgevingswet wordt op landelijk niveau gedaan naar verwachting in het najaar van 2020.

Status risico

Door de in 2018 gemaakte keuze voor de landelijke voorziening digitale stelsel Omgevingswet is de scope hiervan ingeperkt. Dit betekent dat de financiële risico’s tot invoering van de wet beperkter zijn dan aanvankelijk ingeschat. De oorspronkelijke deadline voor de standaarden rond publiceren van de regels en plannen (30 juni 2019) is echter niet gehaald door het Rijk.
Op 20 mei 2020 heeft de minister besloten de invoering van de Omgevingswet uit te stellen naar 1-1-2022 met als redenen de effecten van de maatregelen in verband met het coronavirus, de digitaliseringsopgave en de complexiteit van het wetgevingsproces. Gezien het optreden van het risico, moeten er in de Begroting 2021 aanvullende middelen van € 0,5 mln beschikbaar gesteld worden om ons voor te bereiden op de invoering per 1-1-22. Mocht de invoering wederom worden uitgesteld is er naar verwachting ruim € 1 mln per jaar nodig.

Deze pagina is gebouwd op 11/12/2020 10:03:42 met de export van 10/28/2020 14:28:13