Om de beleidsdoelen voor de ambitie te halen, hebben we elk beleidsdoel vertaald in een aantal beleidsprestaties. Die staan hieronder beschreven.
Beleidsdoel 7-1 Bevorderen verbetering milieukwaliteit en gezondheid
Beleidsprestatie 7-1-1 Bevorderen van gezonde luchtkwaliteit
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
De provincie wil de gezondheidsschade aan mens en natuur door luchtverontreiniging en geurhinder beperken en hierdoor bijdragen aan een gezonde woon- en leefomgeving. Het luchtkwaliteitsbeleid van de provincie is erop gericht om samen met andere partijen ten minste aan de wettelijke Europese luchtkwaliteitseisen te blijven voldoen en ernaar te streven de WHO-advieswaarden in 2030 te behalen.
- Uitvoering van het Schone Lucht Akkoord: binnen het Schone Lucht Akkoord werkt de provincie samen met andere overheden en maatschappelijke partijen aan verdere verbetering van de huidige luchtkwaliteit. Mede in het kader van het Schone Lucht Akkoord wordt binnen het Programma Luchtkwaliteit een impuls gegeven aan het realiseren van de WHO-advieswaarden.
- Vergunningverlening en handhaving: beperking van emissies van industriële activiteiten naar de lucht wordt gereguleerd via vergunningen (van inrichtingen waarbij de provincie bevoegd gezag is), die scherp zijn vastgesteld op basis van de rijksregelgeving en de Nederlandse Emissie Richtlijnen.
- Pieken in luchtverontreiniging door smog: het provinciale draaiboek beschrijft de acties die binnen Zuid-Holland worden genomen als zich dit voordoet.
- Geurhinder: het geurhinderbeleid is bedoeld om aan te geven wat de maximale aanvaardbare geurbelasting is bij woonhuizen. De provincie past dit beleid toe bij de vergunningverlening aan bedrijven onder bevoegd gezag van de provincie.
- Zeer zorgwekkende stoffen, voorheen prioritaire stoffen (wettelijke taak): de provincie wil deze emissies minimaliseren.
- Stikstofdepositie: de provincie besteedt aandacht aan brongericht stikstofbeleid. De uitwerking hiervan heeft een sterke relatie met inzet vanuit energietransitie en schone mobiliteit en zal in samenhang plaatsvinden.
- Luchtkwaliteit en binnenvaart: blijvend de uitstoot schadelijke stoffen door varend ontgassen van de binnenvaart tegengaan.
Beleidsprestatie 7-1-2 Verminderen van geluidhinder
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
Maatschappelijk gewenste ontwikkelingen moeten kunnen plaatsvinden terwijl tegelijkertijd de inwoners beschermd worden tegen geluidshinder ten behoeve van hun gezondheid. Geluidshinder ontstaat daarbij uit de (grotendeels wettelijk gereguleerde) gemiddelde hoeveelheid geluid en (zeer beperkt wettelijk gereguleerde) piekgeluiden. Belangrijk is om meer inzicht te krijgen in de verhouding tussen ervaren geluidshinder en feitelijke hoeveelheid geluid. De provincie streeft ernaar haar wettelijke geluidstaken in de provinciale kerntaken ruimte, economie en bereikbaarheid te integreren.
De provincie is wettelijk verantwoordelijk voor geluid als gevolg van verkeer op provinciale wegen, voor vergunningverlening, toezicht en handhaving van geluid bij bedrijven met een provinciale vergunning (op grond van de Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht) en voor het aanwijzen van stiltegebieden. De inzet is erop gericht geluidshinder door weg- (en – voor zover onder verantwoordelijkheid van de provincie – rail-) verkeer, luchtvaart en industrie (zonering en vergunningverlening) te voorkomen en te verminderen.
- De provincie wil een integraal geluidkader en bijbehorend uitvoeringsplan ontwikkelen, inclusief een klachtengerelateerde benadering (klachten zijn een goede indicator voor ondervonden geluidshinder, meestal op basis van piekgeluiden). Onderdeel van het uitvoeringsplan kan ‘citizens science’ zijn, analoog aan de opzet voor luchtkwaliteit en nauw aansluitend bij de opzet voor een burgermeetsysteem rond Rotterdam The Hague Airport.
- Het Actieplan Geluid 2018-2023 langs provinciale wegen wordt conform planning uitgevoerd (onderdeel PZI); met geluidswerende maatregelen langs provinciale wegen. De middelen hiervoor maken deel uit van het Programma Zuid-Hollandse Infrastructuur (PZI) dat valt onder Ambitie 2 Bereikbaar Zuid-Holland.
- Het geluidsmanagement in het Haven- en Industrieel Complex is geactualiseerd en wordt vertaald in aangepaste vergunningen (onderdeel bijdrage aan DCMR).
- De provinciale inzet is gericht op verbetering van de geluidswetgeving (SWUNG2) met onder meer een geluidsregister als fijnmazig systeem van geluidproductieplafonds langs alle provinciale wegen (onderdeel PZI).
- Het provinciale beleid richt zich erop efficiënt ruimtegebruik op industrieterreinen gekoppeld aan geluidsruimteverdeling te optimaliseren.
- Op basis van gesprekken met gemeenten wordt het stiltegebiedenbeleid geactualiseerd en in lijn gebracht met de Omgevingswet.
- Er wordt een monitoringssysteem voor geluid in stiltegebieden opgezet.
Beleidsprestatie 7-1-3 Voorkomen van risico’s door ongevallen met gevaarlijke stoffen (transport/industrie)
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
Het doel van externe veiligheid (omgevingsveiligheid) is om te zorgen voor een veiliger Zuid-Holland. Dit doet de provincie door de kans te minimaliseren dat grote groepen mensen slachtoffer worden van ongevallen met gevaarlijke stoffen. Om dit te bereiken zet de provincie in op zes hoofdlijnen:
- Risicovolle activiteiten clusteren.
- Risicovolle activiteiten verantwoord combineren.
- Risico’s aan de bron reduceren.
- Maatregelen nemen in de omgeving van een risicovolle activiteit.
- Kwaliteit van de uitvoering verhogen.
- Basisinformatie beschikbaar stellen.
Deze zes lijnen worden verder geconcretiseerd in een onderdeel van het provinciale omgevingsprogramma. Daarnaast neemt de provincie actief deel aan de landelijke samenwerking na afloop van het Impuls Omgevingsveiligheid. De provincie blijft erop inzetten het rijksbeleid voor de modernisering van omgevingsveiligheid te beïnvloeden. Ook is aandacht nodig voor externe veiligheid in relatie tot maatschappelijke ontwikkelingen als de energietransitie en de woningbouwopgave.
Beleidsprestatie 7-1-4 Beschermen en benutten van de kwaliteiten van het bodem- en grondwatersysteem
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
Om de kwaliteiten van bodem en ondergrond optimaal te benutten, beschermen en beheren wil de provincie:
1. Bodem optimaal benutten:
- Winnings-, opslag- en transportfuncties duurzaam positioneren, beheren en afbouwen;
- 3D-ordening in ruimtelijke planprocessen bevorderen;
- Waarden van de ondergrond beheren.
2. Bodem en grondwaterkwaliteit beschermen en beheren:
- Overgangsrecht uitvoeren door mandatering en opdrachtverlening aan Omgevingsdienst;
- Project aanpak spoedlocaties afronden;
- Maatregelen uit het waterprogramma voor verbetering van de grondwaterkwaliteit uitvoeren;
- Met andere overheden samenwerken op de thema’s diffuse verontreinigingen, zeer zorgwekkende stoffen en nieuwe stoffen;
- In de kennisinfrastructuur bodem en ondergrond investeren.
3. Nazorg stortplaatsen.
Beleidsprestatie 7-1-5 Vergunningverlening, toezicht en handhaving, uitgevoerd door de ZH omgevingsdiensten
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
De nota Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2018-2021 biedt de kaders om het VTH-instrumentarium in te zetten voor een veilige en gezonde leefomgeving, met name op het gebied van luchtkwaliteit, geluid en omgevingsveiligheid (opslag en transport van gevaarlijke stoffen).
- Het instrumentarium Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving reguleert bedrijven en activiteiten die onder bevoegd gezag (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) van GS vallen. We onderzoeken in hoeverre dit instrumentarium beleidsambities zoals de energietransitie kan ondersteunen .
- Monitoring en sturing van de uitvoering van gemandateerde taken door omgevingsdiensten.
- Bij handhaving gaan we zo nodig naar verscherpt toezicht, zoals bijvoorbeeld bij het project Chemours.
- Om informatie beter en makkelijker te kunnen ontsluiten en delen, digitaliseren we het werkveld verder. Bij vergunningverlening voeren we het ontwikkelprogramma Altijd, Actuele, Digitale Vergunning in 2021 verder uit.
- Voorkomen van Emissies van (potentiële) Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) naar lucht, water en bodem gaan we voorkomen door (onder andere) inventarisaties bij bedrijven van ZZS, actualisatie van vergunningen, overleg met het Rijk over regelgeving en onderzoek naar hoogwaardig hergebruik van ZZS- houdende materialen en vermindering van ZZS-houdend afval.
- We stimuleren kennisuitwisseling en bevorderen samenwerking met en tussen omgevingsdiensten.
- We ontwikkelen samen met omgevingsdiensten, Interprovinciaal Overleg en de rijksoverheid het uitvoeringsbeleid verder.
- We sorteren voor op de komst van de Omgevingswet en passen het instrumentarium en beleid daarop aan.
Beleidsprestatie 7-1-6 Samenhangend beleidskader Gezond en Veilig met kennisontwikkeling en innovatie
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
De provincie heeft vanuit diverse taken een belangrijke rol in zorgdragen voor een gezonde en veilige leefomgeving. Het ontwikkelprogramma Gezond en Veilig” heeft als ambitie om in al het provinciale beleid gezondheid als factor te benoemen en zo mogelijk te versterken. Centraal in de aanpak staat het zoeken naar en expliciteren van de provinciale rol en meerwaarde in het thema gezond en veilig.
- Veel elementen die bijdragen aan een gezond Zuid-Holland liggen gedeeltelijk in het domein van de provincie, maar vereisen samenwerking met partners in de regio. Naast de provinciale rol in gezondheid in deze domeinen verder ontwikkelen, zoeken we samenwerking met partners in de regio die zich inzetten voor hetzelfde doel. Samen met deze partners ontwikkelt zich zo een gedeelde visie en ambitie, waar we gezamenlijk op kunnen handelen.
- De provincie streeft er onder andere naar stressgerelateerde ziektes te voorkomen en te verminderen door groen en een actieve betrokkenheid van mensen bij het groen in hun omgeving aan te bieden. Ook door de milieukwaliteit verder te verbeteren, met een goede luchtkwaliteit, minder geluidhinder en een veilige leefomgeving draagt de provincie bij aan een gezonde en veilige leefomgeving. Op basis van een startnotitie en een daarbij behorende beleidsmodule, die in het najaar/winter van 2020-2021 worden aangeboden, gaan we de activiteiten vormgeven.
Beleidsdoel 7-2 Gezonde en bewegingsvriendelijke leefomgeving
Beleidsprestatie 7-2-1 Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
- De in juni 2020 gereedgekomen Startnotitie Sport en Recreatie gaan we in de komende periode verder uitwerken en uitvoeren. We stimuleren en faciliteren via opdrachten en subsidies de bereikbaarheid en toegankelijkheid van sport- en recreatievoorzieningen, zodat zoveel mogelijk Zuid-Hollanders hier gebruik van kunnen maken, wat bijdraagt aan een gezonde, weerbare en vitale bevolking. De behoeften van recreanten en sporters staan hierbij centraal.
- De provincie draagt bij aan het beheer van recreatiegebieden en routestructuren en wil dit versterken door kwaliteitsimpulsen. Met opdrachten en subsidies wordt de kwaliteit van recreatiegebieden in combinatie met sportmogelijkheden verbeterd en willen we de mogelijkheden van sport en bewegen ‘om de hoek’ verruimen.
- De provincie blijft ervoor zorgen dat de recreatiegebieden - in eigendom en van derden - schoon, heel en veilig blijven. De bijdragen voor beheer worden zo effectief mogelijk ingezet. De provincie werkt aan een nieuwe uniforme regeling als instrument voor bestaande en toekomstige beheeropgaven van recreatiegebieden buiten de bebouwde kom. De provincie versterkt de samenwerking met terreinbeheerders en gaat op zoek naar een goede verdeling voor de financiering van het beheer van recreatiegebieden. Bij de toepassing van de nieuwe vergoedingensystematiek heeft de provincie oog voor de huidige verschillen in provinciale bijdrage aan recreatiegebieden.
- De overdracht van provinciale recreatiegebieden naar derden is niet langer een vanzelfsprekendheid, maar vraagt om maatwerk per gebied. Gebieden waar eerder al afkoopsommen voor waren gereserveerd in de begroting en waarvoor ook al overdrachtsgesprekken lopen, worden zo mogelijk in deze collegeperiode afgerond.
- We ronden de aanleg van nieuwe recreatiegebieden af en gaan met subsidie- en opdrachtverlening een gezonde en aantrekkelijke buitenruimte (leefomgeving) stimuleren die geschikt is voor en uitnodigt tot bewegen, sporten en recreëren. Fysieke knelpunten op locaties en routes (onder meer stad-landverbindingen) willen we verhelpen door middel van opdrachten of subsidies om een bewegings- en kindvriendelijke leefomgeving te maken om in te wandelen, hardlopen en fietsen. Daarnaast verbeteren we routestructuren voor ruiters en waterrecreanten en de gebruiksmogelijkheden ervan.
- Door middel van onderzoek vergaren we meer kennis over de behoeften van Zuid-Hollanders op het gebied van sport en recreatie, zodat gerichte beleidsinzet mogelijk is. Daarnaast bieden we met opdrachten of subsidies mogelijkheden voor innovatieve projecten om Zuid-Holland beweegvriendelijker te maken en mensen te stimuleren tot sport en bewegen. De provincie zet de financiële bijdrage voort aan landelijke routebureaus voor fietsen en wandelen, omdat Zuid-Holland onderdeel is van het landelijk routenetwerk.
- Brede samenwerking is nodig en bij al deze investeringen gaan we uit van cofinanciering door andere belanghebbenden, zoals gemeenten, bedrijven en terreinbeheerders. Hiertoe werken we met opdrachten of subsidies.
- De provincie bevordert de betrokkenheid van particulieren, bewoners en ondernemers bij versterking van groenbeleving door de ondersteuning van de structurele inzet van vrijwilligers voort te zetten, zoals via de Groene Motor en natuureducatie.
- Bijdragen (subsidie of opdrachten) aan sportevenementen richten zich op bewegen in de buitenruimte, evenementen in recreatiegebieden voor ‘buurtbewoners’ die hier anders niet komen en op specifieke groepen die qua deelname aan sport en recreatie ondervertegenwoordigd zijn.
- Gebiedsprogramma’s recreatie, biodiversiteit en duurzame landbouw worden door subsidiëring van de landschapstafels en in samenwerking met regionale partners verder uitgevoerd.
- Op 20 februari 2019 hebben Provinciale Staten in motie 867 verzocht om de nodige stappen te ondernemen om over te kunnen gaan tot het plaatsen van een adequate geluidswerende voorziening langs westkant van de A4 ter hoogte van Vlietland/Meeslouwerplas. Inmiddels heeft het overleg met de betrokken partijen plaatsgevonden en zijn de technische mogelijkheden en beperkingen onderzocht. Naar verwachting zal eind 2020 een voorstel tot realisatie aan Provinciale Staten worden voorgelegd. In deze begroting is rekening gehouden met een investeringskrediet van € 5 mln in 2022 waarbij de kapitaallasten ten laste komen van het begrotingssaldo.
Beleidsdoel 7-3 Klimaatbestendig Zuid-Holland, opgewassen tegen de effecten van klimaatverandering en bodemdaling
Beleidsprestatie 7-3-1 Klimaatadaptatie en aanpak bodemdaling stedelijk gebied
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie
In 2050 is Nederland klimaatbestendig en waterrobuust ingericht (nationale Deltabeslissing).
Er is in ons omgevingsbeleid nog geen beleidsbeslissing gekoppeld aan deze beleidsprestatie. Een voorstel daartoe op basis van bovenstaande Deltabeslissing is in ontwikkeling voor aanpassing van ons Omgevingsbeleid.
Om de ruimtelijke inrichting aan te passen aan en voor te bereiden op klimaatverandering en bodemdalingsproblemen in stedelijk gebied te beperken, voert de provincie de 7 stappen van het nationale Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) uit op thema’s die voor Zuid-Holland relevant zijn:
- Kwetsbaarheden in beeld brengen (stresstesten);
- Risicodialogen voeren en een strategie opstellen;
- Uitvoeringsagenda opstellen;
- Meekoppelkansen benutten;
- Borgen in eigen beleid en handelen;
- Deze aanpak faciliteren en stimuleren bij anderen;
- Handelen bij calamiteiten.
De provinciale Klimaatadaptatie Strategie "Weerkrachtig Zuid-Holland " vormt de basis van onze inzet.
In 2021 vullen we deze stappen als volgt in:
- Beleidsrijke toevoeging van klimaatadaptatie en bodemdaling in ons Omgevingsbeleid afgerond (N.B. Dit betreft twee beleidsbeslissingen - "Klimaatadaptatie" en -"Toekomstbestendig bouwen", twee beleidsregels - "Bodemdaling" en -"Wateroverlast" en één artikel "Klimaatadaptatie" voor de omgevingsverordening) ;
- Twee nieuwe stresstesten uitgevoerd voor provinciale beleidsthema's (Erfgoed, Bedrijventerreinen);
- Uitvoering Provinciale Uitvoeringsagenda Weerkrachtig Zuid-Holland (opgeleverd in 2019);
- Instrumentarium ontwikkeld om de koppeling met energietransitie te verstevigen (koeltevraag, benutten van daken en planning uitvoering);
- Onze deelname aan het Convenant Klimaatadaptief Bouwen voortgezet;
- In samenwerking met de 7 DPRA-werkregio's (regionale samenwerking gemeenten, waterschap(pen) en provincie) in Zuid-Holland aanvragen voorbereid en ingediend ten behoeve van de Impulsregeling Klimaatadaptatie uit het Deltafonds (co-financiering);
- In IPO-verband meegewerkt aan het onderwerp 'Vitaal & Kwetsbaar' met als doel om op nationaal schaalniveau via de DPRA-aanpak voorzieningen als Drinkwater, Olie&Chemie en Infrastructuur waterrobuust en klimaatbestendig te maken.