Om de beleidsdoelen voor de ambitie te halen, hebben we elk beleidsdoel vertaald in een aantal beleidsprestaties. Die staan hieronder beschreven.
Beleidsdoel 2-1 Snel van A naar B
Beleidsprestatie 2-1-1 Efficiënt goederenvervoer
Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestatie halen?
- Goederen moeten zo efficiënt en schoon mogelijk worden vervoerd.
- Het goederenvervoer moet bijdragen aan en een oplossing bieden voor economie en maatschappelijke opgaven, zoals de verstedelijkingsopgave. Zuid-Holland zet zich daarbij in voor toekomstbestendige, concurrerende en emissievrije internationale goederencorridors.
- De provincie wil de vervoersmodaliteiten en goederenstromen in samenhang organiseren en ontwikkelen, op het schaalniveau van stedelijke en regionale distributie tot multimodale (inter)nationale corridors.
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
- Robuustheid en toekomstbestendigheid van het infrastructurele netwerk op corridors versterken (maatregel 1, waaronder goederenvervoer over water, buisleidingen, A15 Verkenning Papendrecht Gorinchem in het kader van MIRT ( Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) Goederenvervoercorridors).
- Keuze vergroten voor meerdere elkaar vervangende modaliteiten, inclusief logistieke hubs, waarmee we de ‘modal shift’ stimuleren (maatregel 2, waaronder . Trekschuit/Scheepshalte/CityBarge, Greenports, spoorverbinding Zuid-Holland naar Berlijn als onderdeel van Coolportontwikkeling, uitwerken concept regionale bouwhubs).
- (Digitale) oplossingen inzetten voor veilige en vlotte doorstroming op provinciale- en rijksinfrastructuur (maatregel 3, waaronder Truckparking, CTC)
- Transport verduurzamen (maatregel 4, waaronder ZES, RH2INE)
- Corridoraanpak voor integraliteit en samenhang op verschillende schaalniveaus verder ontwikkelen; multimodaal en (inter)nationaal, regionale en fijnmazige stedelijke distributie (maatregel 5, waaronder Working agenda NL en Noordrijn-Westfalen, EGTC)
Beleidsprestatie 2-1-2 Passend en efficiënt personenvervoer
Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestatie halen?
Voor mobiliteit stelt de provincie de behoefte van de gebruiker centraal. Om dit te bereiken:
- Stelt de provincie kaders op en zorgt zij voor vertegenwoordiging in diverse overleggen en projecten om het mobiliteitsnetwerk compleet te maken, de bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Zuid-Holland te verbeteren en de keuzemogelijkheden tussen vervoersalternatieven en de combinatie van vervoermiddelen te vergroten.
- Realiseert de provincie een goed aanbod van openbaar vervoer in Zuid-Holland. Dit doen we door beter aan te sluiten bij de behoeften van reizigers, met een dienstverlening en infrastructuur die op orde zijn. Zo willen we het stedelijke en landelijk gebied leefbaar en vitaal houden en het economisch vestigingsklimaat bevorderen.
- Zoeken wij met onze partners naar mogelijkheden om het gebruik van de verschillende vervoerswijzen in de gehele mobiliteitsketen goed te verdelen door de inzet van openbaar vervoer, fiets en ketenmobiliteit.
- Verbeteren wij het aanbod aan hoogwaardig ov (R-net en HOV), het vervoer over water (Waterbus) en het spoor.
- Stimuleren wij het fietsgebruik bij afstanden tot 15 kilometer door onze inzet op snelfietsroutes te continueren. Deze routes zijn namelijk een aantrekkelijk alternatief voor weggebruikers.
- Hebben we meerdere provinciale infrastructuurprojecten in voorbereiding en uitvoering om de bereikbaarheid per weg, openbaar vervoer en fiets te verbeteren. Daarnaast dragen we inhoudelijk en financieel bij aan rijksinfrastructuurprojecten.
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
- We intensiveren onze inzet voor de ontwikkeling van snelfietsroutes om plannen versneld uitvoeringsgereed te maken via de Uitvoeringsagenda ‘Samen verder fietsen’ in het PZI.
- De uitkomsten van onderzoek naar de veiligheid en aantrekkelijkheid van het provinciaal hoofdfietsnetwerk gebruiken we om oplossingen te ontwikkelen voor de belangrijkste knelpunten.
- We zijn verantwoordelijk voor diverse vormen van openbaar vervoer: het stad- en streekvervoer per bus, de contracten voor openbaar vervoer over het water (Waterbus), en twee regionale treindiensten, namelijk Dordrecht-Geldermalsen (MerwedeLingelijn) en Gouda-Alphen aan den Rijn. Dit is exclusief het vervoer in de Metropoolregio Rotterdam - Den Haag.
- De gevolgen van corona op het gebruik van openbaar vervoer zijn nog onduidelijk. We spelen in 2021, samen met de vervoerders, in op mogelijke veranderingen in de vervoervraag.
- In 2021 werken we aan de opzet van een programma doorstroming openbaar vervoer. Hierbij wordt in beeld gebracht waar bussen de meeste vertraging hebben en wordt een maatregelenpakket opgezet om de belangrijkste knelpunten op te lossen.
- Ook implementeren we in 2021 het nieuwe contract van de Waterbus.
- De concessie Zuid-Holland Noord moet worden aanbesteed. Door de gevolgen van corona is nog onduidelijk wanneer deze aanbesteding kan starten. Hierover moeten op landelijk niveau afspraken worden gemaakt.
- In 2021 realiseren we de uitbreiding van een aantal ketenvoorzieningen, zoals deelfietssystemen, fietskluizen, Kiss + Ride- en Park + Ride-voorzieningen en deeltaxisystemen. Ook werken we aan een haltevisie om de haltekwaliteit te verbeteren en de vervanging van het dynamisch reizigersinformatie op de haltes. We investeren in het verbeteren van de sociale veiligheid in het OV en de toegankelijkheid van OV-haltes voor reizigers met een beperking.
- We hebben in 2021 meerdere provinciale projecten in voorbereiding zoals de kruising N214/N216, N211 Wippolderlaan, aanleg Vredenburghlaan (N207 corridor), R-net Rotterdam – Oud-Beijerland en Verplaatsing Loswal/Ligplaatsen in het kader van de ontwikkeling van Schieoevers in Delft. In uitvoering zijn onder meer: de Rijnlandroute (Tjalmaweg), N59 Energy Highway, fase 3 van de duurzaam veilige herinrichting van de N223, diverse projecten binnen HOV-net Zuid-Holland Noord (zoals Leiden – Katwijk – Noordwijk) en fase 2 van HOV-maatregelen binnen de concessie Drechtsteden, Molenlanden en Gorinchem. Ook binnen het Uitvoeringsprogramma 'Samen verder fietsen' worden verschillende (snel)fietsroutes voorbereid en gerealiseerd.
- We dragen inhoudelijk bij aan rijksinfrastructuurprojecten, zoals de A24 Blankenburgverbinding, A16 Rotterdam, A4 Haaglanden – N14, A4 Burgerveen – N14, A27 Houten – Hooipolder, A15 Suurhoffbrug, A29 Heinenoordtunnel en A16 van Brienenoordbrug. Daarbij werken we verder aan een ‘Gezamenlijke Bereikbaarheidsaanpak Zuidelijke Randstad’ voor de coördinatie over alle weginfraprojecten (nieuw en beheer en onderhoud van Rijk, provincie en gemeenten) en in het bijzonder voor de A16 van Brienenoordbrug en A29 Heinenoordtunnel om zo de overlast veroorzaakt door werkzaamheden waar mogelijk te beperken.
- Als provincie zijn we ook in 2021 medeopdrachtgever en participant in het gebiedsprogramma Mobiliteit en Verstedelijking (MoVe) Rotterdam - Den Haag in het kader van het MIRT. Met gemeenten en de MRDH (Metropoolregio Rotterdam Den Haag) werken we samen en dragen we financieel bij aan de verkenningen naar en uitwerkingen van de oeververbindingen (Brienenoord, Algera en een nieuwe oeververbinding tussen Feyenoord en Kralingen) in de regio Rotterdam, het Central Innovation District (CID)/Binckhorst in Den Haag en bereikbaarheidsmaatregelen voor Voorne Putten/Haven Rotterdam en het Westland. Voor de Algeracorridor dragen we ook financieel bij aan diverse kortetermijnmaatregelen die in 2021 worden uitgewerkt tot projecten.
- Tot slot wordt met kennis en expertise bijgedragen aan de verschillende verstedelijkingsopgaven met betrekking tot bereikbaarheid. Versnelling van de verstedelijkingsopgave of een toenemende omvang en complexiteit van deze opgave, zetten druk op de op dit moment beschikbare arbeidscapaciteit en maken prioritering en/of inzet van extra specialistische capaciteit noodzakelijk.
Beleidsprestatie 2-1-3 Slimme systemen en netwerken
Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestaties halen?
De provincie wil de capaciteit van het regionale mobiliteitssysteem beter benutten en slimmer gebruiken. Om dit te bereiken:
- Kijken we onder andere naar de mogelijkheden van nieuwe, digitale en innovatieve (data)-oplossingen.
- Waarderen we onze verkeersregelinstallaties zoveel mogelijk op naar intelligente VRI’s, om zo de doorstroming verder te verbeteren.
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
- We organiseren ons op landelijk niveau voor Smart Mobility (krachtenbundeling). We werken gericht aan opschaalbare en continueerbare oplossingen.
- We gaan verder met onze verkeersregelinstallaties op te waarderen tot zogenaamde intelligente verkeersregelinstallaties (IVRI’s).
- Per regio/corridor verlenen we gericht prioriteit bij verschillende IVRI’s voor ambulances, fiets en goederenvervoer. (voorbeeld ‘Connected transport’).
- We werken aan de digitalisering van onze mobilteitsdata en verbeteren de inwinning van data en de ontsluiting ervan voor de Nationale Databank Wegverkeersgegevens (NDW). Hiermee kunnen nieuwe mobiliteitsdiensten worden gemaakt en beleidsbeslissingen datagedreven worden genomen.
- We bereiden diverse nieuw datacontracten voor, voor bijvoorbeeld wegverkeersgegevens en AIS.
- Met behulp van innovatieve inwintechnieken, zoals slimme camera’s, floating data (GPS-data mobiele telefoons) en data van marktpartijen creëren we snelle en efficiënte inzet van verkeers-, incident- en storingsmanagement om de (vaar)weg zo snel mogelijk weer beschikbaar te hebben.
- Binnen de ’Blauwe Golf’ zorgen we ervoor nieuw verworven databronnen structureel te borgen en testen we de brugmonitorapplicatie als ondersteuning in een betere afstemming tussen verkeer op de weg en scheepvaartverkeer op het water.
- We investeren gericht en weloverwogen in de uitrol en opwaardering van (telecom)netwerken om onze eigen infrastructuur die de netwerkverbinding van inwoners met onze fysieke infrastructuur mogelijk maakt (5G, glasvezel).
- We geven verder invulling aan het CSMS (Cyber security management Systeem). Bij nieuwe systeemontwikkelingen voeren we zo nodig een effectbeoordeling van de gegevensbescherming uit (Privacy Impact Assessment).
- In 2021 ronden we de pilot af van de autonoom rijdende shuttles op het terrein van ESA-ESTEC. Op basis van de uitkomsten van de pilot bezien we of en hoe we aan deze innovatieve techniek een vervolg geven.
Beleidsdoel 2-2 Beheer en onderhoud: op orde en duurzaam
Beleidsprestatie 2-2-1 Goed functionerende provinciale infrastructuur
Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestatie halen?
- Zorgen voor een vlotte en veilige afwikkeling van verkeer in Zuid-Holland.
- Conform onze wettelijke plicht zorgen voor beheer en onderhoud van onze provinciale wegen en vaarwegen.
- Voorbereiden en uitvoeren van diverse onderhoudsprojecten. Met name bij het wegonderhoud nemen we flankerende maatregelen om hinder zoveel mogelijk te beperken.
- Verder invulling geven aan de forse onderhoudsopgave voor beweegbare kunstwerken. Omdat ook andere wegbeheerders een grote opgave rond beweegbare kunstwerken hebben, zoeken wij met hen hierin samenwerking.
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
Assetmanagement (beheer infrastructuur)
- In 2021 start de provincie met de aanbesteding van de contractgebieden Noord en West voor het beheer en onderhoud van wegen en bermen. In 2021 start de aannemer met de uitvoering van het contract voor het beheer van de vaarwegen. In deze contracten is/wordt de uitvoering van beheeractiviteiten, zoals herstel asfalt, bestrating, verlichting, bebording, uitvoeren van maaiwerkzaamheden, schoonhouden van putten, riolering, integraal in handen gegeven van enkele contractanten;
- In 2021 laat de provincie planmatig onderhoud uitvoeren aan diverse (vaar)wegen en kunstwerken. Het betreft onder andere werk aan de N207c, N209, N228, N231 en N489, oeververvangingen traject 1 – Delftse Schie, traject 4 – Oude Rijn en traject 10 – Merwedekanaal, Ziendebrug. Waar mogelijk worden deze werkzaamheden gecombineerd met functionele verbeteringen van veiligheid en doorstroming. In 2021 laten we ook studies uitvoeren en projecten voorbereiden die in 2022 en verder worden uitgevoerd;
- In 2021 laten we het steunpunt Coenecoop herbouwen en het terrein opnieuw inrichten. Voor aanvang van het gladheidsseizoen 2021-2022 moet dit zijn opgeleverd. Met de regiocontracten wordt namelijk ook de gladheidsbestrijding anders georganiseerd waardoor de komende jaren een aantal steunpunten worden afgestoten. De resterende steunpunten gaan we waar nodig aanpakken om de voorzieningen up-to-date te brengen en te laten voldoen aan de geldende wet- en regelgeving, waaronder arbo- en milieu;
- Ook in 2021 zetten we vol in op optimaal gastheerschap en incidentmanagement op weg en vaarweg. We zijn op het provinciale netwerk aanwezig als het ertoe doet. De aansturing vindt plaats vanuit de Incident-Coördinatie-desk (IC-desk);
- In 2021 werken we verder aan het Versterkingsprogramma voor beweegbare kunstwerken waarmee in 2020 is gestart. Hierbij kijken we naar (technisch-)inhoudelijke zaken, (werk)processen en professioneel handelen en borging van de geleerde lessen. In dit kader laten we ook onderzoek doen naar vervanging van kunstwerken om functionele of constructieve redenen;
- In 2021 voeren we een monitoringmethode in om de ontwikkeling in de biodiversiteit van de bermen te volgen;
- In 2021 gaan we door met omgevingsmanagement bij de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden (tijdig in overleg met onder meer andere overheden, bedrijven en omwonenden) en beperking van de hinder voor de (vaar)weggebruiker via flankerende maatregelen.
Verkeersmanagement (brugbediening, incident management)
- In 2021 werken we de planvorming voor een nieuwe bediencentrale verder uit. De nieuwe bediencentrale vervangt de bediencentrales De Waard en Leidschendam voor bediening van beweegbare kunstwerken. Ook wordt hier de Incident-Coördinatiedesk (IC-desk) en de opleidings-, trainings- oefeningslocatie gehuisvest;
- We verbeteren de werkprocessen op de IC-desk in 2021 op basis van de evaluatie die in het najaar 2020 is uitgevoerd. De afstemming en samenwerking tussen de IC-desk en de Regiodesk (samenwerking met Rijkswaterstaat, Den Haag, Rotterdam en PZH) voor verkeersmanagement op weg en vaarweg worden gecontinueerd;
- In 2021 werken we verder aan professionalisering van de objectbediening. Naast de bestaande opleidingsvereisten, worden de medewerkers (vaste krachten en uitzendkrachten) medisch gekeurd en krijgen ze een psychologisch assessment;
- In 2021 gaan we de bedientijden van de beweegbare kunstwerken opnieuw inventariseren, efficiënter maken en afstemmen met de omgeving. Dit kan effecten hebben op de roosters en de planning. Door een interne flexibele schil te organiseren, reduceren we de inhuur van medewerkers..
Juridisch beheer
- In 2021 onderzoeken we of buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) behalve op de vaarwegen, ook in te zetten zijn voor handhaving op de provinciale wegen;
- In 2021 laten we werkzaamheden uitvoeren in het kader van vergunningverlening (kabels en leidingen, ligplaatsen, bijzondere transporten en evenementen) en handhaving (geldende regelgeving op provinciale wegen en vaarwegen voornamelijk gericht op veiligheid);
- In 2021 wordt (ter vervanging van de vergunningverlening) de meldingsplicht voor bepaalde werkzaamheden aan kabels en leidingen geïmplementeerd;
- In 2021 zoeken we in verband met de Omgevingswet de aansluiting met het Digitaal Stelsel Omgevingswet voor vergunningverlening en meldingsplicht;
- In 2021 voeren we overleg met medeoverheden om afspraken te maken over de voorwaarden waaronder zij bereid zijn het eigendom, en daarmee het beheer en onderhoud van bepaalde provinciale wegen over te nemen. Door ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder de aanleg van nieuw areaal, kan de functie van provinciale wegen in het netwerk veranderen.
Klimaatbestendige infra
- In 2021 onderzoeken we hoe we de (uit stresstest) gesignaleerde zwakke plekken in onze infrastructuur (klimaatbestendigheid) de komende jaren kunnen versterken en hoe we dit kunnen combineren met het meerjarenonderhoud aan het provinciale areaal.
Beleidsprestatie 2-2-2 Toekomstbestendige infrastructuur
Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestaties halen?
De ambitie van de provincie is om voorloper te zijn op CO 2 -besparing bij uitvoering van groot onderhoud en bij provinciale wegen energiezuinig maken tijdens het reguliere gebruik. Daarom:
- Schalen wij waar mogelijk succesvolle pilots op.
- Kijken we naar mogelijkheden om andere onderhoudstrajecten duurzaam aan te pakken.
- Leveren we met de inzet van ecologisch bermbeheer een bijdrage aan instandhouding en waar mogelijk verbetering van de biodiversiteit.
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
- In 2021 gaan we verder met onze werkzaamheden en projecten stapsgewijs duurzamer uit te voeren. Hierbij nemen we duurzaamheid mee bij de formulering van projecten, het ontwerp en de aanbesteding (duurzame uitvoering en materialen). Op basis van Life Cycle Costs en Total Cost of Ownership bepalen we of maatregelen haalbaar en betaalbaar zijn;
- In 2021 verschijnen de eerste evaluaties naar de toegepaste maatregelen van energietransitie langs de vaarwegen. Hiervoor zijn we samen met het ministerie van Economische Zaken & Klimaat in 2019 gestart met Small Business Innovation Research (SBIR).;
- In 2021 vindt een evaluatie plaats naar de toegepaste technieken en duurzaamheidsinnovaties bij de uitvoering van het groot onderhoud aan de N211 en N470. Dit geeft input om deze technieken en innovaties op te schalen naar regulier onderhoud en de op te stellen Innovatiestrategie.
Beleidsdoel 2-3 Veilig en duurzaam
Beleidsprestatie 2-3-1 Duurzame mobiliteit
Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestatie halen?
De provincie wil een transitie naar een energie-efficiënte samenleving, waarbij op termijn grotendeels duurzaam en CO 2 -neutraal in de energiebehoefte wordt voorzien. Om dit te bereiken:
- Rijdt in 2030 al het regionaal openbaar vervoer, waarvoor de provincie concessiehouder is, volledig emissievrij.
- Is in 2050 van elke provinciale weg en vaarweg de CO 2 -balans neutraal.
- Zetten we in op:
- Tank- en laadinfrastructuur voor de transitie naar zero-emissie vervoer
- Transitie naar zero-emissie personenvervoer over weg en water
- Transitie naar zero- emissie goederenvervoer over weg en water
- Circulaire en klimaatneutrale provinciale infrastructuur
- Ondersteuning bij regionale mobiliteitsprogramma’s of -plannen (RMP’s).
- We hebben een adviesrol over Rotterdam The Hague Airport. Voor ons is de huidige geluidsruimte ook de maximale. Daarbij willen wij het aantal nachtvluchten terugdringen. Voor alle luchtvaart in Zuid-Holland willen we de hinder voor omwonenden zoveel mogelijk beperken.
- In Zuid-Holland wordt ruimte geboden aan diverse vormen van kleine en recreatieve luchtvaart. De provincie ondersteunt dit, maar hecht ook waarde aan een goede inpassing in de directe omgeving. Daarom gaan wij terughoudend om met nieuwe locaties voor commerciële en bedrijfsgebonden luchtvaart, helikopterhavens, luchthavens voor onbemande luchtvaartuigen en luchthavens voor gemotoriseerde recreatieve luchtvaart. Luchthavens met een duidelijk maatschappelijk belang (zoals heliplatforms bij ziekenhuizen) ondersteunen we wel.
- Internationaal vinden momenteel ontwikkelingen op luchtvaartgebied plaats, die in de toekomst een grote impact kunnen hebben op lokale en regionale mobiliteit en nieuwe luchtvaarttoepassingen kunnen opleveren. Door verkenningen en netwerken zorgt de provincie ervoor dat zij op de hoogte blijft van deze ontwikkelingen. Deze kennis leidt op termijn mogelijke tot nieuwe beleidskeuzes. We evalueren het beleid op het gebied van kleine en recreatieve luchtvaart. Deze evaluatie leidt mogelijk tot voorstellen voor nieuw beleid.
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
- In 2021 en daarna voeren we de provinciale waterstofvisie voor het onderdeel mobiliteit uit, meer specifiek voor verduurzaming van het ov en de binnenvaart.
- In 2021 zorgen we samen met gemeenten voor de uitvoering van activiteiten uit de Regionale Aanpak Laadinfrastructuur Zuidwest (RAL ZW), waarmee gemeenten ondersteund worden bij de uitrol van laadinfrastructuur.
- In 2021 laten we voor de waterstofbussen in de Hoeksche Waard en op Goeree-Overflakkee een waterstoftankstation bouwen bij busremise Heinenoord. Eind 2021 wordt het aantal waterstofbussen uitgebreid met 20 tot een totaal van 24, waarbij het nieuwe tankstation de 20 bussen van waterstof gaat voorzien. Daarnaast wordt door aanbesteding van het personenvervoer over water Rotterdam – Drechtsteden vanaf januari 2022 een deel van de waterbusvloot zero-emissie.
- In 2021 werken we binnen het programma Clean Energy Hubs samen met andere overheden aan een strategie voor de transitie naar duurzame energiedragers voor transport over weg en water binnen en buiten de goederenvervoercorridors. Dit doen we onder andere door het belang van tank- en laadinfrastructuur voor zero-emissie brandstoffen in ons beleid te formuleren en te borgen en via onze inzet in het grensoverschrijdende samenwerkingsproject RH2NE.
- Voor verduurzaming van de binnenvaart coördineren we het internationale waterstofprogramma RH2INE, waarbinnen we als leadpartner de kickstart-study uitvoeren, toewerken naar een governance langs de gehele corridor en private partijen ondersteunen en faciliteren bij hun een investeringsaanvraag bij Rijk en EU. Naast RH2INE werken we ook mee in het Europese samenwerkingsverband Clean Inland Shipping (CLINSH). In dit project wordt de bijdrage van maatregelen aan emissiereductie gemonitord. We overwegen of we met een aantal provincies, Rijk en marktpartijen een bijdrage kunnen leveren aan batterij elektrische binnenvaart.
- In 2021 besteden we het project Zon op infra (fietspaden) aan om samen met de provincies Noord-Holland en Noord-Brabant te onderzoeken of het opwekken van zonne-energie op fietspaden in de toekomst voldoende kan bijdragen aan de klimaatdoelstellingen. Samen met de markt willen we zo veel mogelijk kennis verzamelen over de toepasbaarheid van deze veelbelovende techniek.
- We participeren in het proces voor een nieuw luchthavenbesluit van Rotterdam The Hague Airport en in het landelijke traject rond de nieuwe luchtvaartnota en luchtruimherziening.
- De provincie wil als bevoegd gezag voor kleine en recreatieve luchthavens milieurandvoorwaarden scheppen waarbinnen kan worden voldaan aan de maatschappelijke behoefte aan luchtvaart. Ook wordt het de beleidsregel voor het verlenen van ontheffing voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik herzien.
- We blijven onze verkeersregio’s ondersteunen bij Regionale Mobiliteitsplannen opstellen en uitvoeren, om zo de CO 2 -doelen voor mobiliteit te behalen.
Beleidsprestatie 2-3-2 Veilige mobiliteit
Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestatie halen?
De provincie wil de infrastructuur veiliger maken en verkeersveilig gedrag en adequate verkeershandhaving bevorderen. Hierdoor moet de verkeersveiligheid verbeteren en het aantal verkeersslachtoffers verminderen.
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
- Met andere wegbeheerders samenwerken om verkeersonveilige infrastructuur aan te pakken.
- De grootste verkeersveiligheidsrisico’s per regio in beeld brengen en hierop de aandacht richten.
- Het landelijke Strategische Plan Verkeersveiligheid 2030 (SPV 2030) vertalen naar een provinciaal meerjarenplan verkeersveiligheid.
- De Zuid-Hollandse regio’s faciliteren bij de ontwikkeling van uitvoeringsprogramma’s met concrete maatregelen om de verkeersveiligheid te bevorderen.
- Gedrag van de verkeersdeelnemer beïnvloeden via het Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid Zuid-Holland (ROV Zuid-Holland), om ervoor te zorgen dat weggebruikers zich veilig gedragen en voelen in het verkeer. Dit doen we via diverse campagnes en programma’s. Voorbeelden hiervan zijn: SCHOOL op SEEF, Totally Traffic, fietsveiligheid en BOB Sport. Alle inzet komt samen onder de noemer, ‘Maak een punt van nul’.
- Samenwerking met de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, politie en het Openbaar Ministerie intensiveren voor de handhaving van verkeersveilig gedrag.
- Een systematiek ontwikkelen om de ambitie ‘0 slachtoffers in 2050’ en doelstellingen rondom infra, educatie en handhaving te monitoren.