Beleidsdoel 6-1 Voldoende juiste woningen op de juiste plek
In Zuid-Holland moet het komende decennium een fors aantal woningen worden gebouwd. De provincie wil dat haar inwoners op korte en lange termijn een passende, waaronder betaalbare, woning kunnen vinden op de juiste locatie, om zodoende de vitaliteit van het stedelijk en landelijk gebied te versterken. Voor veel doelgroepen (starters, lage inkomens, studenten, ouderen, arbeidsmigranten) is dat niet het geval. De provincie wil betaalbare en passende woningbouw versnellen en er zorg voor dragen dat de woningvoorraad op peil is.
Het is van belang dat bij de versnelling van woningbouw de bereikbaarheid van wonen, werken en voorzieningen gewaarborgd is, met investeringen in passende mobiliteitsvoorzieningen. Dit betekent dat de versnelling van de woningbouwopgave goed moet zijn afgestemd met de onderwerpen werklocaties en bereikbaarheid.
De provincie bouwt zelf geen woningen, dit doen marktpartijen en woningbouwcorporaties. Wel heeft de provincie verschillende rollen waarin het een bijdrage kan leveren aan de versnelling van de bouw van betaalbare woningen:
- Meewerken op locatieniveau om knelpunten weg te nemen door inzet van expertise en middelen.
- Samen met Rijk, gemeenten, marktpartijen en corporaties werken aan een constante bouwstroom door afspraken (o.a. Woondeal Zuidelijke Randstad), kennisuitwisseling (o.a. organiseren jaarlijkse conferentie), lobby en agendering van knelpunten.
- Eén loket voor de buitenwereld waar het gaat om tegenstrijdige provinciale belangen op locatieniveau, dan wel provinciaal omgevingsbeleid dat versnelling belemmert. Deze kwesties agenderen en knopen over doorhakken.
- Vanuit provinciaal omgevingsbeleid sturing op kwantitatieve en kwalitatieve behoefte en voldoende plancapaciteit per woonregio. verprogrammering mogelijk maken, zodat er voldoende harde plancapaciteit is. RO-instrumentarium zo nodig inzetten.
Beleidsdoel 6-2 Vitaliteit en kwaliteit in de leefomgeving
De provincie wil een regio zijn waar mensen met plezier wonen, werken en recreëren in een aantrekkelijke, groene en gezonde omgeving. De vitaliteit en kwaliteit van de leefomgeving staat echter onder druk door potentieel conflicterende ruimteclaims op terreinen als woningbouw, economie, energie en klimaat. Wegen, woningen, dijken en recreatiegebieden gaan decennialang mee. Daarom is het van belang dat deze ontwikkelingen zorgvuldig gebeuren. Het doel is om een kwaliteitsrijke ruimtelijke inrichting te realiseren waarbij ruimte is en blijft voor nieuwe initiatieven, met aandacht voor het veranderende klimaat, sociale kwaliteit en verduurzaming van de bestaande woningvoorraad. Samen met andere partijen werkt de provincie aan een gezonde, sociale en duurzame leefomgeving.
De provincie maakt bij de inrichting van de ruimte integrale afwegingen tussen landschappelijke belangen en ruimte voor functies als woningen en bedrijven. Met het beleid voor ruimtelijke kwaliteit stimuleren we dat initiatiefnemers zoveel mogelijk voortbouwen op de bestaande kwaliteiten, en daarmee op de identiteit, van Zuid-Holland. Dus sterker maken wat al sterk is. Daarbij hoort: de juiste ontwikkeling op de juiste plek, en waar mogelijk in combinatie met verschillende functies.
Stedelijke ontwikkelingen die niet binnen bestaand stads- en dorpsgebied gerealiseerd kunnen worden en kleinschalige ontwikkelingen kunnen bij uitzondering in het landelijk gebied plaatsvinden in aansluiting op bestaand stads- en dorpsgebied of in bebouwingslinten. Bovenregionale en regionale (centrum)voorzieningen worden zoveel mogelijk geconcentreerd in stedelijke centra en bij multimodale HOV-knooppunten. Dit beleid draagt bij aan de vitaliteit en daarmee aan de kwaliteit van stedelijke agglomeraties en centra.
Beleidsdoel 6-3 Afspraken met regio’s
Een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving maken met sterke steden en dorpen vereist een integrale ruimtelijke afweging tussen verschillende belangen en een inzet van en samenwerking tussen veel partijen. De provincie wil dat de woningbouwopgave in Zuid-Holland hand in hand gaat met behoud van werkgelegenheid. In de praktijk blijkt dit ingewikkeld. Door de schaarste aan ruimte en de wens niet meer in het groen te bouwen nadert de huidige praktijk van functiescheiding zijn grenzen. Tegelijkertijd is functiemenging in de praktijk nog niet gangbaar, zijn voorbeelden schaars en blijft het creëren van betaalbare bedrijfsruimte uit.
In de verstedelijkingsopgave komen woningbouwvraagstukken en de vraag naar werklocaties samen. Kwantitatief omdat de behoefte aan ruimte voor zowel wonen als werken toeneemt. Kwalitatief omdat er een groeiende behoefte en mogelijkheid is voor meer informele woon-werkmilieus waar kennisontwikkeling, kruisbestuiving en functiemenging sleutelbegrippen zijn. Terwijl vanuit verstedelijking dan ook vaak gemengde gebieden als stip op de horizon genoemd worden komen in de huidige praktijk en verstedelijkingsdruk vooral de conflicterende situaties tussen bedrijventerreinen en wonen (transformatieplannen) naar voren. Het risico op vertraging van woningbouw enerzijds en verdringing van betaalbare werklocaties is groot.
De provincie wil met regio’s en gemeenten afspraken maken over een passend woningaanbod voor alle doelgroepen en voldoende passende ruimte voor werklocaties.