Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
We investeren in de realisatie van het Natuurnetwerk Zuid-Holland, een netwerk van natuurgebieden die onderling met elkaar verbonden zijn:

• We willen hoge natuurwaarden behalen in het al gerealiseerde Natuurnetwerk Zuid-Holland. Dat doen we via beheersubsidies en we faciliteren de samenwerking en kennisuitwisseling tussen kennisinstellingen en natuurbeheerders.
• We investeren in de realisatie van de Natura 2000 doelen; naast huidige natuurwaarden behouden en beschermen, investeren we ook in leefgebieden vergroten en verbeteren.
• De komende jaren faciliteren we de Gebiedscoöperatie Buijtenland van Rhoon, die de komende periode het Streefbeeld Buijtenland van Rhoon realiseert. (Project Mainport Rotterdam).

Voor de NNN onderdelen Krimpenerwaard en Gouwe Wiericke zijn gebiedsovereenkomsten gesloten waarin is afgesproken om daar in 2021 het NNN te realiseren.

Er is door de stuurgroepen en PZH geïnvesteerd in draagvlak en het beschikbaar krijgen van de gronden voor het NNN, maar zowel in Gouwe-Wiericke als Krimpenerwaard is er geen sprake van dat het NNN in 2021 is gerealiseerd. Voor beide gebiedsprogramma’s maken wij nu afspraken over een aangepaste, realistische planning. Voor de Krimpenerwaard zijn de gesprekken hierover vergevorderd, besluiten de gebiedspartners de komende tijd over het addendum bij de Gebiedsovereenkomst. Wij hebben wij deze kunnen verwerken in deze begroting. Voor Gouwe-Wiericke loopt dit proces nog en verwachten wij met de voorjaarsnota met een aanpassing te komen. De uitgaven die nu nog voor 2021 in de begroting staan zullen bij voorjaarsnota worden aangepast en in tijd verschuiven.

De afgelopen jaren is met de stuurgroepen ingezet op het beschikbaar krijgen van de gronden die  nodig zijn voor de realisatie van het NNN. Deels via aankoop of ruilen van grond, deels via zelfrealisatie-afspraken. In de Krimpenerwaard is in overleg met de Stuurgroep Krimpenerwaard de NNN-begrenzing aangepast en vastgelegd in het bestemmingsplan. Ook is voor Krimpenerwaard in 2018 extra budget beschikbaar gesteld om ook het instrument volledige schadeloosstelling / onteigening in te zetten. Zo kunnen we agrarische ondernemers die elders verder willen met hun bedrijf zo optimaal mogelijk ondersteunen bij hun bedrijfsverplaatsing. Ook kunnen we doorpakken bij de aankoop van de allerlaatste cruciale percelen binnen een polder. Voor Gouwe-Wiericke loopt de procedure van de aanpassing van de NNN-begrenzingen nog. In overleg met de Staten is de begrenzing aangepast, zodat wij zonder verlies aan oppervlakte en natuurpotentieel het gebied zoveel mogelijk kan worden gerealiseerd op percelen van eigenaren die mee willen werken aan de realisatie van het NNN.

Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
We vergroten de biodiversiteit in de steden, het agrarische gebied en recreatiegebieden onder meer via het Actieplan Boerenlandvogels en de 40 icoonsoortenbenadering:

• Deze 40 soorten zijn indicatorsoorten voor de biodiversiteit in Zuid-Holland: ze representeren de diverse typen natuur die we binnen de provincie kennen. De provincie zoekt samen met netwerkpartners actief naar mogelijkheden om dit leefgebied te verbeteren, waarbij de icoonsoorten een indicatie zijn voor de vitaliteit van de natuur in totaal. Een voorbeeld hiervan is het Actieplan Boerenlandvogels dat PS in 2019 hebben vastgesteld.
• We werken met de omgevingsdiensten om het proces te stroomlijnen rond ontheffingverlening, in combinatie met een goede bescherming van natuurwaarden.
• We onderzoeken de mogelijkheid om in het landelijk gebied meer ruimte te maken voor bomen, zonder dat dit ten koste gaat van het open gebied en de boerenlandvogels.

Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
O verlast door in het wild levende dieren wordt op de meest diervriendelijke manier bestreden

• De provincie streeft naar evenwicht in de dieren- en plantenpopulaties en weegt doorlopend belangen van natuur en samenleving af. Waar nodig nemen we maatregelen, zowel wanneer bepaalde soorten het moeilijk hebben als wanneer dieren schade veroorzaken.
• Per 1 januari 2018 zijn Gedeputeerde Staten verantwoordelijk voor de bestrijding van het merendeel van de door de minister aangewezen invasieve soorten (exoten). Het gaat dan met name om dieren of planten die zich snel vermenigvuldigen en verspreiden en soms hier geen natuurlijke vijanden hebben.

Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
Voortzetten van landbouwinnovaties via proeftuinen, voedselfamilies, Veenweide Innovatiecentrum (VIC), Groene Cirkels et cetera:

• Opschalen naar een sectorbrede landbouwtransitie door een gebiedsgerichte aanpak met sterke gebiedscoalities (sectortafels).
• Vanuit landbouw aansluiten op opgaven stikstof, bodemdaling, klimaat, natuur/biodiversiteit, waterkwaliteit, circulariteit en energie.
• Kennisontwikkeling op het gebied van onder andere klimaatlandbouw / natuurinclusieve landbouw.
• Participatie in programma’s Rijk / Europa, waaronder vorming van nieuw gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB/POP4) en deelname in Regiodeal Bodemdaling, Interbestuurlijk Programma en Klimaatakkoord Landbouw & Landgebruik.

Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
Ontwikkelen veenweidestrategieën volgend uit het Klimaatakkoord Landbouw & Landgebruik:

• Faciliteren van kennisontwikkeling en kennisdeling gericht op bodemdaling en bijbehorende handelingsperspectieven voor onder andere:

• het Nationaal Onderzoek Broeikasgassen uit Veen
• projecten uit de Regiodeal Bodemdaling Groene Hart
• het Veenweiden Innovatie Centrum (VIC)
• structurele kennisborging en deling via het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling (NKB)

• Uitwerken van nieuwe verdienmodellen en innovatieve oplossingen die kunnen bijdragen aan een andere vorm van landgebruik.

Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?

• Dijkversterkingsplannen waterschappen toetsen en goedkeuren.
• Kaderstelling regionale keringen.
• Leadpartnership én deelname aan het Europese Interreg project ‘FRAMES’ (Flood Resilient Areas by Multi-layEred Safety.
• Deelname aan Europese Interreg projecten.
• Regionale voorkeursstrategieën van het Deltaprogramma uitvoeren, samen met andere partners in de regio.
• Normen vaststellen voor de bergings- en afvoercapaciteit van het regionale watersysteem.
• Overstromingsrisicokaarten actueel houden.
• Deelname aan de pilot Regenradar Rijnmond.

Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?

• In 2027 moeten de doelen uit de Kaderrichtlijn Water behaald zijn.
• Voorzitterschap van RBO Rijn-West.
• Deltaprogramma Zoetwater.
• Onderzoeksconsortium Coastar, mogelijkheden voor ondergrondse opslag van zoet water.
• Ruimtelijke bescherming van bronnen voor drinkwater.
• Zorg voor goede grondwaterkwaliteit en voldoende grondwater.
• Zwemwaterlocaties aanwijzen .